Regels voor een veilig en verantwoord gebruik van het MATERIAAL , PISTE en ACCOMMODATIE
Algemeen
- Inlopen en uitlopen gebeurt buiten de atletiekpiste op het grasplein rond het voetbalterrein.
- Oefeningen met werpmateriaal bij voorkeur op het kaatsterrein naast de piste of de aanloopzone van de speer of hoogspring stand indien deze vrij zijn.
Opruimen van materialen:
- Materialen dienen na gebruik te worden opgeruimd op de daarvoor aangewezen plaatsen. De trainer is hiervoor verantwoordelijk en controleert dit als hij/zij hiervoor de atleten vraagt te helpen. De laatste trainer van de avond neemt alle overgebleven materialen en kleding mee naar binnen.
- Worden netjes gehouden, alle afval in de vuilbakken. Zij die zich hier niet aan houden krijgen geen toelating meer tot de kleedkamers.
- Diefstal : laat geen waardevolle voorwerpen achter in de kleedkamers.
De looppiste
- De loopschoenen moeten ontdaan zijn van modder en vuil.
- Personen die een sport beoefenen op het midden terrein (voetballers, rugbyspelers ....) moeten bij het oversteken van de piste gebruik maken van een mat.
- De pinnetjes van de spikes mogen maximaal een lengte hebben van 6mm.
- Het gebruik van de eerste twee binnenbanen zo veel mogelijk beperken.
- Na een oefening wordt er steeds terug gewandeld aan de buitenzijde van de piste.
- Baan 1 en 2 worden voorbehouden voor loopoefeningen langer of gelijk aan 400m.
- Een estafetten training gebeurt het liefst na de trainingsuren.
De werpnummers
Discuswerpen:
Discuswerpen:
- De netten van de discus moeten steeds goed aangespannen en opgetrokken worden alvorens met de training te beginnen.
- Kijk steeds of er geen personen zich achter of naast het werpgebied bevinden.
- Voor je werpt, vergewis je ervan dat er geen personen in de werpsector bevinden.
- Na de training steeds het net op halve hoogte laten zakken.
- Het materiaal mag nooit terug geworpen of gerold worden in de richting van personen.
- Terug wandelen naar de werpplaats.
- Hiervoor zijn het dezelfde regels als bij het discuswerpen.
- Ook bij speerwerpen is het van groot belang dat er zich niemand in de werpsector en een ruim gebied daarnaast bevindt. Ook een speer kan buiten de sector terecht komen en ver doorglijden.
- Het materiaal mag nooit terug geworpen of gerold worden in de richting van personen.
- Het materiaal voorzichtig ophalen.
- Terug wandelen naar de werpplaats.
- De speer rechtop dragen met de punt naar beneden.
- De training van het hamerslingeren zal gebeuren op andere trainingsuren.
- Zorg ervoor dat steeds de beveiligingsnet goed opgetrokken en aangespannen is.
- Het materiaal mag nooit terug geworpen of gerold worden in de richting van personen.
De springnummers:
Ver- en hinkstap springen:
- Wees voorzichtig met harken en scheppen, laat ze nooit rondslingeren met de tanden omhoog.
- Na de sprong moeten de atleten de springbak langs de zijkant verlaten en hun schoenen ontdoen van het overtollige zand op de daartoe bestemde rooster.
- Na de training, het overtollig zand terug in de springbak vegen en het afdekzeil terug plaatsen.
- Vergeet ook je aanloopmarkeringen niet te verwijderen, deze mogen niet met krijt op de tartan aangebracht worden.
- Verwijder steeds het dekzeil van de springmat.
- Plaats de overkapping steeds ver genoeg van de hoogspring stand.
- De pinnetjes van de spikes mogen maximaal 9mm bedragen.
- Ga na je sprong steeds langs de zijkant terug naar je plaats, zodat de andere atleten ongehinderd hun sprong kunnen uitvoeren.
- Na gebruik de overkapping terug over de springmat plaatsen en AFSLUITEN.
- De staanders en oefenlat mogen onder de overkapping gelegd worden.
Prinses Josefien Charlotte stadion
Kaaiplein 30A, 9220 Hamme |
AC HammeAangesloten bij de K.B.A.B. onder het nummer 330
datum oprichting: 01/10/1965 Bankrekeningnummer: AC HAMME VZW: BE34 0682 1845 0390 RPR Dendermonde 430.540.042 BTW nummer: BE 0430 540 042 Maatschappelijk adres: Baasrodeveerstraat 48 9220 Hamme - Kastel Voorzitter: Freddy Lauwaert |